Racen in de zomer

In nieuws by lma

Een aantal teamleden was afgelopen zomer ook actief in wedstrijden. Lees de verslagen van Suzanne, Mario, Olaf en Kees.

Competitie inline-skaten / Suzanne Mulder

Skeeleren, of eigenlijk inline-skaten, is een prachtige manier voor schaatsers om ’s zomers toegepast te kunnen trainen. Al heeft het heel lang, vooral in het westen van het land, een slecht imago gehad: slecht voor je fijne schaatstechniek, lomp, voor stoempers en dergelijke. Gelukkig denken de Loon Master trainers daar heel anders over, en het succes van kanonnen als Ronald en Michel Mulder, Jan Blokhuizen, Bart Swings, Brittany Bowe, Heather Richardson, Joey Mantia etc. etc. bewijst het tegendeel.

De nieuwe Loonmannen kwamen zelfs de baan op met het nieuwste van het nieuwste: enorme wielen van 125mm doorsnee! Bij de wedstrijden nog verboden maar gelukkig kon ik ze op mijn 110mm’s nog best bijhouden, nietwaar Kees?

Afgelopen zomer trainde het team op zondagochtend vroeg op de schitterend gelegen 200m baan van ijsclub Baambrugge. Ik zou willen dat ik kon zeggen dat ik hier geregeld te vinden was, maar helaas had ik het erg druk met mijn eigen zomerprogramma: Inline skaten!

Als wedstrijdrijdster heb ik namelijk een druk programma gedraaid: baancompetitie, landelijke marathoncompetitie en zo nu en dan een regionale wedstrijd en NK’s. Waar de lange marathonwedstrijden duidelijk minder in trek zijn, behalve dan bij de deelneemsters, richt de KNSB zich steeds meer op de baanwedstrijden. En dan met name op de 200m pistes. In Heerde is zelfs een supermoderne smurfenblauwe Vesmacopiste verrezen. Rijdt trouwens geweldig.

Het seizoen begon met veel marathons. Helaas ook met nogal wat wisselende weersomstandigheden. Toch heb ik een aantal lekkere wedstrijden kunnen rijden. Op de baan hadden we nog meer pech met het weer. Door de wisselende omstandigheden heb ik daar niet veel kunnen laten zien. Gelukkig was het bij de finale op weer een gloednieuwe baan wel mooi. Ook mooi was het in Ommen bij het NK weg. Dit was de seizoensafsluiter en dat ging ook best goed.

Inlinen vind ik echt prachtig: de belasting is wat minder statisch dan met schaatsen, het komt meer aan op conditie. Je kan langer doorgaan en ook wat dieper gaan tijdens een training. Het technische aspect is er wel degelijk. Als het lekker loopt en je bent ontspannen dan doen de wielen al het werk en lijkt het allemaal vanzelf te gaan. Maar tegelijk is het behoorlijk pittig: de weerstand is een stukje groter. En het is natuurlijk een zomersport, dus lekker in het zonnetje buiten trainen is ook een groot pluspunt.

Kortom, inlinen is een aanrader voor wie fit en sterk aan de winter wil beginnen!


 

De Ronde van Vreeland / Mario Hagen

mario

Op 22 augustus was er een jubileumversie van de legendarische Ronde van Vreeland. Mario was ook uitgenodigd om deel te nemen. Als oud-winnaar stond hij tussen verschillende oud-toppers aan de start, waaronder Joop Zoetemelk, Theo de Rooij, Leo van Vliet, Gert Jacobs en Jeroen Blijlevens. Tot 1998 is deze koers in Vreeland verreden en stond bij alle kenners en deelnemers bekend als loodzwaar. Dat kwam met name doordat het parcours helemaal uit klinkers bestaat, je kunt geen moment verslappen want dan ben je gezien! Mario zat een groot aantal ronden in de kopgroep die uiteindelijk terug gehaald werd. Steven Rooks wist als eerste de fininsh te passeren.


Fixed gear criteriums / Olaf Wit

Deze zomer heb ik met een groep de eerste Nederlandse serie fixed gear criteriums georganiseerd. Een fixed gear criterium is als een normaal criterium, maar er wordt gereden op een baanfiets met vast verzet, zonder remmen. Deze serie heet de Vast Verzet Bokaal en bestond uit 12 wedstrijden in Noord- en Zuid-Holland

De wedstrijden waren erg spannend en groeiden door het seizoen heen in populariteit en niveau. Over het algemeen was het niveau behoorlijk hoog met de beste renners uit Nederland, Duitsland, Frankrijk en regelmatig Italië en soms zelfs uit de USA. Dit zijn allemaal renners die ook meedoen met de officieuze world cup series: Red Hook Crit (www.redhookcrit.com).

Vergeleken met een normaal criterium, vereist een fixed gear criterium wat meer fiets-vaardigheid, met name bij het rijden van bochten. Mede hierdoor eindigt zo’n wedstrijd nagenoeg nooit in een massa-sprint. Mensen die voor het eerst over fixed gear criteriums horen, denken dat we gek zijn omdat we zonder remmen rijden. In de praktijk denk ik niet dat het gevaarlijker is dan een normaal criterium. Je kunt prima vaart minderen door tegendruk te geven op de pedalen, en juist subtieler dan met remmen en vrijloop. Vaak zorgen remmen juist voor te abrupte snelheidsverschillen en daardoor gevaarlijke situaties. De snelheid bij een fixed gear criterium is veel gelijkmatiger. En we hebben dus ook bijna nooit massa-spurts, een van de gevaarlijkste situaties in een traditioneel criterium.

De serie was een groot succes en we gaan volgend jaar door. Leuk was ook dat ik bijna elke wedstrijd ook zelf kon meedoen en meestal in de top 10 kon finishen.


 

Het zogeheten WK roeien – oftewel winnen maar geen wereldkampioen kunnen worden / Kees Hooft

In mei, na winst op mijn eerste boord-aan-boord roeiwedstrijd tijdens de masters 1km wedstrijd op de Bosbaan, hoorde ik op het vlot iemand het hebben over het WK roeien in België in de tweede week van september. Dat klonk wel als iets leuks om nog even naar toe te werken vóór het schaatsseizoen. Dus na terugkomst van 3 weken vakantie in Georgië in de loop van augustus – met enkel wat training op de mountainbike en trekken door de bergen op hoogte – ging ik weer de skiff in. Voor iemand met weinig roeiverleden valt dat altijd even tegen. De boot voelde wekenlang zwaarder dan ik gewend was. Ik wist niet of dat lag aan de afstelling van de boot die ik toegewezen had gekregen. Maar ik had geen flauw idee hoe je een skiff moet afstellen of de afstelling checken. Daar had ik mij nog nooit in verdiept. Tot nog toe was het gewoon instappen in de boot die ik toegewezen had gekregen en maar hard ervoor gaan. Dat bleek meestal prima uit te pakken dus waarom zou ik gaan zitten neuzelen?  Maar misschien lag het aan de wekelijkse krachttraining met LMA, aan het bijkomen van de vakantie en/of dat ik gewoon hard aan het trainen was. Ik ging ervan uit dat met 2-3 dagen rust voor de wedstrijd de krachten in het lichaam weer helemaal op orde zouden zijn en dat het goed zou komen.

Kees

“Er zitten overigens in de andere heats een paar tempobeulen, het is wel jammer dat het niet mogelijk is om boord-aan-boord met hen de strijd aan te gaan.”

 

De zaterdag voor het weekeind van de WK wedstrijden ging ik weer richting de Bosbaan voor een laatste trainingssessie. Aldaar aangekomen zag ik honderden kano’s op het water. Het NK kanoën bleek zaterdag en zondag geprogrammeerd. Dus geen roeien. Balen. Maar ik had de avond tevoren op internet onderzoek gedaan naar de juiste afstelling van een skiff, dus met het meetlint ging eens goed alles op meten. Alles bleek keurig op standaardmaten te zijn afgesteld. Ik besloot nog een kleine aanpassing te maken om het geheel een tik lichter te laten roeien, zodat ik op tempo tenminste goed de 1km door zou kunnen trekken.

Maandag en dinsdag nog op de Amstel de laatste trainingssessies gedaan in een andere boot. Mijn toegewezen wedstrijdboot was inmiddels op transport naar Belgie. Veel technische oefeningen, met name startjes en proberen op hoog tempo te roeien met een nog enigszins ontspannen gevoel. Woensdag zou mijn rustperiode beginnen. Het begon goed maar ‘s avonds ging mijn maag wat opspelen en bleek ik 38,8 graden koorts te hebben. ’s Ochtends was de koorts weer gezakt. Maar donderdag en vrijdag waren de benen steeds zo slap als doorgekookte spaghetti bij het oplopen van de twee trappen naar kantoor. Geen goed voorteken. Zeker voor een niet technische roeier die het van kracht en doorzettingsvermogen moet hebben.

Ik moest zaterdagochtend om 9:41 uur starten op de Belgische nationale roeibaan te Hazewinkel net onder Antwerpen. Vrijdag einde dag aldaar aangekomen was het eerst zaak om mijn boot weer in elkaar te sleutelen tussen honderden – als het niet duizenden waren – boven elkaar opgestapelde boten. Talloze fitte tot zeer fitte roeiers van alle leeftijden liepen daar rond – inclusief Russen/Oost-Europeanen met indrukwekkende spier partijen. Toen nog even het water op om de boot (en mijzelf) te testen. Een paar versnellingen uitproberen, het goed op de benen zetten, nog wat uitlengen om de balans te checken en klaar. Het voelde allemaal prima, anders dan dat ik wat sneller dan normaal op mijn verzuring grens zat. Na een overnachting in een AirBnB in de buurt, waren wij ’s ochtends weer vroeg paraat. Startnummer ophalen en dan even goed opwarmen. Ik doe onder andere maar wat schaatssprongen. Beter weet ik ook niet. Op tijd het water op. Niet te vroeg want zo een boot zit ook weer niet zo lekker onder je kont. Maar ook niet te laat. Geen stress. Een Brit met megafoon in een bootje bij de voorstart doet nog zijn best op de manier waarop alleen Britten dat kunnen – ogenschijnlijk beleefd maar daaronder eigenlijk keihard en koud. Ik wordt natuurlijk terecht gewezen op iets wat ik doe wat niet hoort – hoe moet ik het ook weten? – maar het maakt mij niet zo veel uit en ik probeer eigenlijk niet te begrijp wat het probleem nou is. Gewoon relaxt blijven en dom blondje spelen. Laat die gast zijn ding maar doen. Ik ga gewoon mijn wedstrijd winnen punt.

Inmiddels had ik begrepen dat er geen uiteindelijke wereldkampioen werd uitgeroepen, maar dat de winnaar van iedere wedstrijd een gouden medaille wint. Maar dan worden er weer geen zilveren en bronzen medailles uitgedeeld. Dus mijn doel was gewoon om mijn eigen heat te winnen. Er waren elf heats van acht man in mijn leeftijdsveld. Dat is 37-43 jaar bij het roeien.

Het is voor mij de eerste keer dat ik aan de start wordt vastgehouden. De vorige keer op de Bosbaan moesten wij midden op de baan stil blijven liggen aan de start, wat niet zo eenvoudig is als er nog een windje is. Dit is prima. De starter noemt de namen van ieder land die aan de heat mee doet, en dan kan er gestart worden. Ik had de tip gekregen om te starten op het groene licht want die zou eerder aangaan dan de starter zijn start zou overkomen. Het gevaar voor mij bij het starten als ik te veel kracht ga zetten is dat die niet perfect gebalanceerd op iedere riem worden overgebracht. Dan ben je van meet af aan aan het knoeien om weer in balans te komen. Ik had mij voorgesteld om enigszins ingehouden te starten om te zorgen dat ik niet meteen verkrampt bezig was. Dus eigenlijk net als soms wordt geadviseerd bij de schaatsstart – zo snel mogelijk gewoon gaan schaatsen/roeien. Ik lig dus binnen de eerste tientallen meters meteen al water achter op de snelle starters. Na een vijftigtal meters is dat echter al weer ingehaald en lig ik net voor. Dat wil ik zo behouden zodat ik kan proberen om de wedstrijd te controleren. Naast mij roeit een Belg. Die lijkt een van de snelste te zijn. Wat banen verderop gaat er ook iemand goed mee. Ik maak al snel een redelijke misslag waardoor ik flink uit balans ga. Dat kost even een klein beetje snelheid maar ik weet het nog relatief goed op te pakken en probeer in ieder geval relaxt te blijven. Ik hoop wel dat geen van de anderen het heeft gezien en terecht concludeert dat ik eigenlijk niet zo soepel kan roeien. Dat is niet goed in het kader van de psychologische oorlog. Ik hou een lekker tempo erin. Ik wil daardoor de krachten op de benen iets inperken gelet op dat die wat zwakker zijn dan normaal. Ik hou steeds minimaal een halve bootlengte voorsprong op de kerel naast mij en zie dat geen van de anderen meer bedreigend zijn. Ik zit weer goed in mijn wedstrijdzone. Aan de ene kant is het lichaam flink bezig, rammen met de benen, trekken met de armen, hijgen, hoge hartslag. Aan de andere kant qua gedachten zit ik alles rustig te analyseren, zit ik goed midden in mijn baan, ademhaling en hartslag monitoren en rustig houden, goed technisch blijven bewegen, voor blijven maar nog voldoende overhouden voor het geval iemand op het laatste stuk op komt zetten. Zo gaat het tot de laatste 250m. Dan begint de Belg naast mij zijn tempo wat omhoog te schroeven en gaat wat druk op mij zetten. Ik schroef mijn tempo ook wat omhoog, maar ik zorg steeds dat ik nog wat over heb voor het geval het echt moet. Hij komt wel steeds dichterbij maar het lukt. Ik kom als eerste over de finish. In 3 minuten en 52 sec. Ik zie later dat de Belg met 0.23 sec verschil tweede is geworden. Dat klinkt dichter bij dan ik het heb ervaren.

Ik moet nog langs het vlot waar zij het ‘blik’ – zoals dat onder roeiers wordt genoemd – uitreiken. De uitreiker laat mij weten dat ik best in de boot mag blijven zitten. Maar ik wil er zo snel mogelijk uit , al is het maar voor 15 seconden. Dat bankje zit echt niet lekker. Ik krijg mijn blik om mijn nek gehangen met wat gemengde gevoelens – gewonnen maar geen wereldkampioen kunnen worden. Er zitten overigens in de andere heats een paar tempobeulen die tot 6 seconden sneller zijn, dus dat zou er die dag niet makkelijk in hebben gezeten. Maar het is wel jammer dat het niet mogelijk is om boord-aan-boord met hen de strijd aan te gaan.